In de periode september 2022 t/m januari 2023 volg ik de minor Digitale Geletterdheid en Didactiek aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Deze minor wordt jaarlijks gegeven door twee enthousiaste docenten van de lerarenopleiding Engels: Henk la Roi (LinkedIn) en Roland Bruijn (ResearchGate). In het kader van deze minor heb ik dit Portfolio gemaakt. Maar ik heb het ook zo vormgegeven dat ik het ook kan gebruiken om mijn collega's op GSG Guido en ander geïntereseerden wat te laten zien en lezen over digitale geletterdheid en de plaats die dat heeft in het (voortgezet) onderwijs.
Op de volgende pagina's worden de vier onderdelen van digitale geletterdheid behandeld. Op elke pagina verken ik een definitie van het onderdeel, deel ik informatie en tips uit de minor, en voeg ik nieuwsartikelen en lessen/lesideëen toe.
Ik doe dat in de vorm van blogs: losse stukjes, begrenst en herkenbaar gecategoriseerd met gekleurde labels. Op deze startpagina zal ik de blogs plaatsen die niet specifiek onder één van de vier deelonderwerpen vallen, maar die ik wel toepasselijk of interessant vind bij het onderwerp digitale geletterdheid.
Op de pagina Logboek staat het integrale logboek dat ik heb bijgehouden tijdens de colleges van de minor en bij de voorbereidende werkzaamheden daarvoor.
Tip: Alle plaatjes op deze site zijn aan te klikken voor een grotere versie.
Tip 2: Soms passen de plaatjes niet binnen de kaders van een blog. Als informatica-docent zou ik dat natuurlijk moeten kunnen oplossen ;-), maar daar heb ik nog geen tijd in gestoken. Een workaround: verklein het venster van je browser zodat je niet het hele scherm gebruikt. Dan zullen de plaatjes meestal binnen hun blog blijven.
We hebben in het kader van de minor gezamenlijk het boek Wij amuseren ons kapot (Amusing ourselves to death) gelezen. Het boek is niet meer nieuw verkrijgbaar, je kunt hier een scan downloaden. De Amerikaan Neil Postman schreef dit boek in 1985, het jaar nadat Orwells profetieën niet in vervulling waren gegaan. Althans, niet volledig ;-)
Postman kijkt terug op de ontdekking en uitrol van de telegraaf en ziet parallellen met de opkomst van de televisie. Waar de telegraaf het bereik van het geschreven woord vergrootte van een postkoetsdagreis naar instantwereldwijd, deed de televiesie hetzelfde met bewegend beeld. Maar de gevolgen voor de samenleving zijn enorm. We zien van alles, uit allerlei landen en omgevingen waar we anders ooit zouden komen. Maar we zijn er niet echt op betrókken.
Hieronder zal ik een aantal stukjes uit mijn Logboek posten. Deels samenvatting, deels verslag van de bespreking op college. Samen geven ze een beeld van wat Postman ons in zijn boek wil vertellen.
[week 2] In Amerikaanse maatschappij, incl. politiek, is vermaak centraal komen te staan. Mee door invloed van de televisie en andere media.
Leuk citaat: "Cultuurpessimisten - mensen die een boek als dit lezen -", p. 14
"Ik zal me in dit boek bezighouden met de verschillende vormen die de menselijke conversatie kan aannemen. Mijn stelling is dat de wijze waarop deze conversatie wordt gevoerd van zeer grote invloed is op het soort ideeën dat we als vanzelfsprekend tot uitdrukking brengen. En de ideeën die als vanzelfsprekend geuit kunnen worden, vormen onvermijdelijk de wezenlijke inhoud van een cultuur", p. 15
2e gebod: gij zult u geen gesneden beeld maken. De uitvaardiger veronderstelde een verband tussen de aard en kwaliteit van een cultuur en de gebruikte communicatievormen. God is een abstracte God, te beschrijven in woorden, maar niet uit te beelden.
Gesproken taal blijft ons belangrijkste communicatiemiddel. Maar de media-vorm accentueert aspecten, en kleurt de waarneming. De overgang naar elektronische media is minstens zo'n grote stap als de overgang van orale naar schriftelijke communicatie.
[week 3] Hoofdstuk 2 gaat over de media als epistemologie. De televisie levert pulp, aldus Postman, maar dat is niet zo'n probleem. Maar elk medium heeft z'n resonantie, z'n klankkast waarin het betekenis krijgt. Spreektaal, formele taal, kindertaal, elk heeft zijn eigen plek en (daar) betekenis. In de wetenschap staat geschreven taal veel hoger aangeslagen dan mondelinge taal. In de economie spelen cijfers een veel grotere rol dan woorden.
Wat betekent dat voor de tijd waarin (de pulp van) de televisie zo'n grote rol speelt? Gaat het intelligentieniveau van het debat daardoor naar beneden? Het kan tegelijkertijd door het emotionele effect ervan juist ook zaken in beweging brengen.
De opkomst van een nieuw medium heeft altijd twee kanten. Het geeft en het neemt, maar niet altijd evenveel van beide. Soms is de balans positief, soms negatief. Postman wil met dit boek aantonen dat de televisie de ernst, helderheid en bovenal de waarde van het maatschappelijk debat verloren dreigt te laten gaan. Welke positieve effecten zal het daarnaast hebben?
[week 4] Hoofdstuk 4 gaat over het typografisch denken. Hiermee bedoelt Postman de status van het geschreven en zorgvuldig gesproken woord.
In 1854 werden er in de verenigde Staten politieke debatten in de vorm van toespraken gehouden die uren konden duren. Het publiek was dat gewend, en kon ook uren luisteren. Men was gewend aan retorica en literatuur, en begreep de verhandelingen van de sprekers. De redevoeringen leken erg op de geschreven taal.
Lezen, en luisteren naar dit soort redevoeringen, had een vormende werking op de lezers/luisteraars. Redeneren en analyseren werd vanzelfsprekend aangeleerd en ingeweven in het geschreven en gesproken woord. Ook in de religieuze en kerkelijke wereld had het (be)redeneren een grote plaats.
Universiteiten kwamen op, en het recht werd verder ontwikkeld. Juridische en literaire scholing ging hand in hand. Advertenties werden decennialang in tekst-vorm gegoten. De grafische vormgeving kwam pas aan het eind van de 19e eeuw op.
Wat ons opvalt is dat bijna iedereen die literaire taal ook kon lezen, áls men tenminste kon lezen. Uiteraard waren er ook veel mensen die dat niet konden omdat e niet of nauwelijks scholing hadden gehad.
Postman noemt dit de 'tijd van de expositie': denkwijze, leermethode en uitdrukkingsmiddel in de talige, literaire vorm van de 'typografie'.
[Bespreking] Citaat uit Postman: "Overal waar taal het belangrijkste communicatiemiddel is - vooral de taal die onderworpen is aan de eisen die het gedrukte woord stelt - is een idee, een feit, een bewering het onvermijdelijke resultaat. Het idee mag banaal zijn, het feil irrelevant, de bewering onhoudbaar, maar zodra het denken wordt gestuurd door de taal, valt er aan de betekenis niet te ontkomen."
Als bovenstaande waar is, wat zegt dat dan over de 'communicatie' in onze huidige cultuur?
=> Als je iets met beelden communiceert (denk aan Andrelon-reclame) dan is de impact op je gedrag wel groot, maar niet qua redenering of argumenten. Een argument als 'van Andrelon wordt je gelukkiger' overtuigd niet. We verwachten dat ook niet meer, een reclame hoeft geen goede argumenten te bevatten, maar moet een gevoel overbrengen.
[Reflectie] Taal doet ertoe. De vorm van de taal brengt een groot deel van de betekenis over, ook als dat onbedoeld of onbewust is. Het is dus belangrijk om een goede taal te spreken, die gericht is op nadenken en meningsvorming. Taal is niet neutraal.
[week 5] Hoofdstuk 5 heet Kiekeboe. Met de uitvinding van de telegraaf door Morse werd het mogelijk om informatie sneller, elektrisch, te versturen, onafhankelijk van een mens die de informatie moest vervoeren (zoals in de eeuwen daarvoor). Het gevolg was wel dat de communicatie zélf veranderde: informatie werd losgeknipt uit haar omgeving.
Dit ging gelijk op met een ontwikkeling waarin triviaal nieuws als lezenswaardig werd ervaren. Grappig dat trouwens juist de krantenmaatschappijen de aanleg van de telegraaflijnen bekostigden. Zo werd het nieuws globaler en actueler dan ooit, maar werd er ook steeds meer nieuws gedeeld dat geen relevantie had voor het leven van de ontvangers.
De relatie tussen informatie en de daaruit volgende actie viel steeds meer weg. Mensen werden verzadigd met informatie van ver weg waar ze vervolgens niets mee deden. Niets mee kónden doen ook. Dat gaf ook een groeiend gevoel van onthechtheid en machteloosheid. Daarnaast werden ook gesprekken en discussies oppervlakkiger. Niet meer de diepgang van een boek, maar de oppervlakkigheid van een krantenkop ging veel debatten bepalen. (In dezelfde tijd werden kruiswoordpuzzels populair: losse woorden en feitjes kregen weer een context.)
In dezelfde tijd kwam de fotografie op. Eerst (daguerreotypie) als een eenmalige vastlegging van beeld, daarna (met de ontdekking van de negatieven) konden ze ook bijna oneindig vermenigvuldigd worden. Fotografie is een bijzondere taal, zonder grammatica of vocabulaire, een tweedimensionale, beperkte, weergave van de driedimensionale werkelijkheid. Maar de invloed was enorm, deels verving het zelfs het gesproken en geschreven woord.
De combinatie van krantenkoppen en fotografie schiep illusies van onbekende beelden en werelden, maar zonder context in de directe leefwereld. Een kiekeboe-wereld, waarin steeds andere gebeurtenissen even op de voorgrond staan. Als amusement is dat niet zo'n probleem, maar de televisie, die hier op voortborduurde, kwam veel dwingender ons leven binnen. De televisie als ons commandocentrum, dat ons leert wat belangrijk is en wat we moeten doen.
Inmiddels is de televisie ons zo vertrouwd, dat we haar kenmerken en beperkingen niet meer zien en herkennen. We volgen haar kritiekloos (Postman schreef dit vóór de komst van de aversie tegen MSM).
Postman beschrijft hoe de epistemologie van de televisie lijnrecht tegenover die van de typografie staat. Televisie richt zich op amusement en trivialiteit. Het verandert onze cultuur volledig.
[Bespreking] Is kennis onbelangrijk geworden nu we alles kunnen opzoeken?
Mijn antw.: je hebt kennis nodig om de context te begrijpen van wat je hoort, leest op opzoekt. Hoe kun je dat wat je opzoekt verifiëren en begrijpen als je algemene kennis tekortschiet?
Relatie met Postman: door de komt van de digitale media kwam er steeds meer gefragmenteerd nieuws, zonder context en zonder relatie tot het dagelijks leven en - handelen.
[week 6] Het hoofdstuk heet 'het tijdperk van de amusementsindustrie'.
Gedateerd: boeken óp je TV zetten kan niet meer met de huidige flatscreens. "De televisie is geen aanvulling of verruiming van de schriftcultuur, zij is er een aanval op."
Een technologie heeft een 'ingebakken' bestemming. De technologie televisie is niet ontworpen als leeslamp of boekenplank, maar om bewegend beeld en geluid over te brengen: het medium televisie. En dat medium is gericht op amusement. Zelfs nieuwsuitzendingen zijn niet gericht op lering, bezinning of loutering, maar primair op vermaak, het moet gezien worden.
Uitgebreid voorbeeld over ABC-uitzending in 1983 na film The Day After. Serieus bedoeld, maar echt gesprek en dialoog lukte niet op TV. 'Denken doet het niet goed op televisie'.
Postman zegt dat dit de hele cultuur beïnvloed heeft. We praten niet meer met elkaar, we wisselen geen gedachten en argumenten meer uit, maar we vermaken elkaar, we houden elkaar bezig. Lessen worden vermakelijk, preken worden opgeleukt, saai is 'uit'.
Tv-debatten worden nog wel gehouden, maar bestaan vaak uit korte toespraakjes, nog kortere tijd om te reageren, en voor nuance en argumenten is daardoor geen tijd meer. De winnaar is degenen die 'het beste overkomt'. 'There's no business but showbusiness'.
[Reflectie] Veel woorden voor iets wat Postman in de voorgaande hoofdstukken ook al beweerde: door de komst van de televisie is de cultuur veranderd van een lees-/praatcultuur in een kijkcultuur.
[Wordt vervolgd]
René Koekkoek, historicus en publicist aan de Universiteit Utrecht, schrijft in een opiniestuk in de Volkskrant over de teloorgang van de alledaagse sociale interactie in de samenleving. Bij steeds meer handelingen en processen worden mensen vervangen door computers: de zelfscankassa, het ov-poortje, de inlevergleuf bij de bibliotheek, bestellen per QR-code in een restaurant, online hoorcollege's. Het scheelt gedoe, tijd, geld. Superhandig. Wie is daar nu tegen?
Maar Koekkoek merkt dat mensen ontwent raken aan sociale interactie. Omgangsvormen worden minder, het aanpassingsvermogen kleiner. Natuurlijk is het een kwestie van balans zoeken; een pleidooi tegen alle vormen van automatisering en digitalisering is ridicuul. Maar de balans begint in hoog tempo door te slaan naar de verkeerde kant. Hij pleit voor het vermenselijken van de publieke ruimte, zelfs als dat níét efficiënt en kostenbesparend is.
De Europese Unie financiert, samen met de VN en Unesco het platform 'EAVI, media literacy for citizenship'. Deze heeft een uitgebreide website vol bronnen, toolkits, infographics, video's en lessen. Omdat het meest in het Engels is, zijn de materialen en lessen niet zomaar te gebruiken in het Nederlandse voortgezet onderwijs, maar het is wel heel bruikbaar voor informatie en illustraties.
Zo staat er een leuke infographic over de verschillende soorten nepnieuws, die je prima met een (bovenbouw)klas zou kunnen bespeken. =>
Een leuke site om eens een poosje op rond te struinen.
De Open Universiteit heeft Reijer Passchier (1987) benoemd tot hoogleraar digitalisering en de democratische samenleving. De leerstoel die Passchier gaat bekleden is nieuw en hoort bij de faculteit rechtswetenschappen, zo meldt de OU op haar site. "Ik wil de leerstoel als platform gebruiken om het academische en maatschappelijke debat over de gevolgen van digitalisering voor het functioneren van onze constitutie aan te jagen", aldus Passchier.
Uit onderzoeken die hij deed blijkt dat digitalisering leidt tot een verstoring van het evenwicht der machten binnen de overheid: vooral de uitvoerende macht profiteert van nieuwe technologie; de rechtspraak en het parlement blijven achter. Ook neemt door digitalisering de effectiviteit van wetgeving af. "Ik ben niet tegen digitalisering", zo geeft Passchier aan, "maar wie digitaliseert moet er wel voor zorgen dat fundamentele waarden gewaarborgd blijven".
Het domein digitalegeletterdheid.nl is geregistreerd door een commerciële partij, de uitgever Instruct. Die gebruikt het voor haar methode Digit, die is gericht op lessen digitale geletterdheid in het onderwijs.
Ook informatievaardigheden.nl is geregistreerd door een commerciële partij, een opleider die cursussen informatievaardigheden geeft.
Mediawijsheid.nl is geregistreerd door het Netwerk Mediawijsheid, waarin onder meer Kennisnet betrokken is, en dient als breed informatieportaal over mediawijsheid.
Het domein computationalthinking.nl is geregistreerd door een bedrijf in Leiden. Op deze pagina staat alleen de SLO-definitie van computational thinking met een foto van Albert Einstein.
De domeinen ict-basisvaardigheden.nl en ictbasisvaardigheden.nl zijn nog vrij... ;-)
Onder deze titel geef ik jaarlijks een periode les over thema's rond de digitale revolutie, ethiek, privacy, en kansen en risico's van de verdergaande digitalisering van de maatschappij. Dat is niet helemaal hetzelfde als digitale geletterdheid, maar diverse thema's van digitale geletterdheid komen er wel in terug. Hier de PowerPoint die ik voor de hele serie lessen gebruik. Het geeft een redelijk compleet beeld van de onderwerpen die we behandelen, en de manier waarop we dat doen.
13 oktober 2022
De Speld legt vaak om humoristische en/of sarcastische manier de vinger bij het menselijk gedrag. Zo ook in dit artikel.
Aan de ene kant speelt hier de bureaucratie in de zorg. Ondanks alle pogingen tot vermindering van de regeldruk gaat er nog veel tijd verloren aan administratie en management.
Aan de andere kant is er de constatering dat kinderen veel meer op social media zitten en YouTube-filmpjes en TikTok's kijken, en dat daardoor ook hun spelgedrag is veranderd. Ze kopiëren het gedrag van volwassenen in deze informatiemaatschappij.
De Speld verbind deze thema's humoristisch aan elkaar??